Nederlands
Het lied van de rietfluit
Hoor hoe klagend de rietfluit klinkt,
hoe hij vertelt over lange scheiding:
‘Sinds ik uit het riet werd weggesneden,
klagen mannen en vrouwen in mijn gefluit.
De scheiding moet mijn borst doorboren,
opdat ik zeg hoe ik lijd door verlangen.
leder die van zijn oorsprong is verdreven,
wil terug naar de tijd van samenzijn.
In elk gezelschap laat ik mijn klacht horen,
ik voeg mij bij blijden en bedroefden.
Zij zocken mij op, naar hun idee,
maar vragen niet naar mijn diep geheim.
Toch is mijn geheim niet ver van mijn klagen,
maar voor oog en oor blijft het verborgen.’
Lichaam en ziel zin elkaar bekend,
maar niemand kan de ziel aanschouwen.
Het is geen lucht, dit fluitspel, het is vuur;
wie niet zo brandt, waaie weg met de wind.
De fluit is een vriend van verlatenen.
zijn lied klinkt door de sluiers heen.
Vreemd: hij is gif maar ook tegengif.
uniek als minnaar en als trooster.
Hij spreekt van een tocht vol bloed en tranen.
hij verhaalt van de liefde van Madjnoen.
Alleen in onmacht kan men dit bevatten,
alleen wie oren heeft kan dit verstaan.
De dagen van lijden werden nachten,
het vasten, het branden reeg zich aaneen.
De dagen gingen voorbij, het zij zo;
maar blijf bij mij, zuiverste van allen!
Kan een vis verzadigd raken van water?
De dag is niet lang voor wie wordt gevoed.
Wie nog onrijp is, weet van rijpheid niets;
genoeg gezegd dus. Vrede zij met u!
Het lied van de rietfluit
Verbreek de banden, zoek de vrijheid, zoon;
zit niet meer vast aan zilver en goud.
Al giet je een zee leeg in een kruik,
er gaat niet meer in dan één dag drinken.
Grage ogen zijn een kruik die nooit vol raakt,
de parel groeit pas als de schelp is verzadigd.
Wiens kleed door liefde wordt gescheurd,
die is bevrijd van hebzucht en kwalen.
Je bent ons welkom, zoete liefdespijn,
jij, dokter voor kwalen die ons treffen.
O medicijn voor onze trots en eer,
voor ons ben jij een Plato, een Galenus.
Liefde voert lichamen boven de sterren:
de berg kreeg voeten en ging dansen.
Door liefde bezield werd de Sinaï dronken,
«door de bliksem getroffen viel Mozes neer».
Kon ik de lippen raken van mijn vriend,
zoals de fluit zou ik veel kunnen zeggen.
Wie ver is van hem die dezelfde taal spreekt,
is stom, hoeveel geluid hij ook maakt.
Als de rozen verdwijnen, de tuin verwelkt,
hoor je nachtegalen niets meer vertellen.
De beminde is alles, de minnaar een sluier;
levend is de beminde, de minnaar is dood.
Wie de kracht mist om liefde te verdragen,
is als een vogel zonder vleugels.
Hoe kan ik ooit begrijpen iets dat niet
beschenen wordt door het licht van mijn vriend?
De liefde roept het woord naar buiten,
wat is een spiegel zonder beeld?
Weet je waarom je spiegel niets laat zien?
Hij is niet meer te scheiden van de roest.
Luister, mijn vrienden, naar deze vertelling:
dit is naar waarheid wat ons is gebeurd
Vertaling: J.T.P. de Bruijn
uit Een karavaan uit Perzië (2008)
English
The Reed Flute’s Song
Listen to the story told by the reed,
of being separated.
“Since I was cut from the reedbed,
I have made this crying sound.
Anyone apart from someone he loves
understands what I say.
Anyone pulled from a source
longs to go back.
At any gathering I am there,
mingling in the laughing and grieving,
a friend to each, but few
will hear the secrets hidden
within the notes. No ears for that.
Body flowing out of spirit,
spirit up from body: no concealing
that mixing. But it’s not given us
to see the soul. The reed flute
is fire, not wind. Be that empty.”
Hear the love fire tangled
in the reed notes, as bewilderment
melts into wine. The reed is a friend
to all who want the fabric torn
and drawn away. The reed is hurt
and salve combining. Intimacy
and longing for intimacy, one
song. A disastrous surrender
and a fine love, together. The one
who secretly hears this is senseless.
A tongue has one customer, the ear.
A sugarcane flute has such effect
because it was able to make sugar
in the reedbed. The sound it makes
is for everyone. Days full of wanting,
let them go by without worrying
that they do. Stay where you are
inside such a pure, hollow note.
Every thirst gets satisfied except
that of these fish, the mystics,
who swim a vast ocean of grace
still somehow longing for it!
No one lives in that without
being nourished every day.
But if someone doesn’t want to hear
the song of the reed flute,
it’s best to cut conversation
short, say good-bye, and leave.
Translated and read by Fatemeh Keshavarz
Deutsch
Noch nicht übersetzt